Ik kwam binnen, en . . . .

dan sta je oog in oog met jouw orgel . . . ., dat doet je wat!  De eigenaar vertelt hierover, nadat het orgel is overgedragen. Na de overdracht wordt een kleine klankdemonstratie gegeven. De registers worden vergeleken met een gezin. Vader (8′), moeder (4′) en kind (2′). Het gezin is niet compleet zonder de puber (3′) een quint verschoven ten opzichte van de rest en af en toe wat wrang. De Traverso wordt vergeleken met oud wijf. Ze klink af en toe wat amechtig, wat gekreun en gekraak maar ook dat is leuk om mee te maken. Wout van der Linden laat vervolgens het orgel in al zijn klankkleuren horen met muziek van o.a. Sweelinck, Fiocco, Telemann en Haydn. Vrijdag en zaterdagmorgen heeft B&A Audio een cd opname gemaakt. Na verschijning kunt u die bestellen bij de orgelmaker, Rini Wimmenhove.

N70_5374 bN70_4871 N70_4910

Presentatie en cd opname

Het “uur U” is aangebroken. Zaterdag 20 juni wordt het instrument, in de Protestantse Kerk in Koekange, overhandigd aan de eigenaar. Naast de overhandiging zal de organist Wout van der Linden een gevarieerd orgelprogramma laten horen. Daarmee wordt het orgel in al zijn klankkleuren getoond. Het concert begint om 15.00 uur en de kerk is open van 14 – 17 uur, zodat u volop de gelegenheid hebt om het instrument te bekijken.

Vrijdag 19 juni wordt er door B&A Audio c.v., uit ’s Gravenpolder, een cd opname gemaakt. Deze is bij de orgelmaker te bestellen.

uitnodiging 1 uitnodiging 2

Een aanwijsstokje . . . .

. . . . zo zou je het knopje, links naast het klavier, kunnen noemen. Zodra er getreden wordt komt het omhoog. Het wijst de organist naar de hoeveel wind in de balg.  Als de balg vol zit staat het ebben knopje bovenaan en hoe leger de balg wordt hoe verder het knopje zakt. Een teken om weer lucht te treden. Maar is dat treden nodig . . .  een orgelmotor kan toch ook? Zeker, een motor kan maar de orgelwind die door voet- of handkracht is opgewekt geeft een mooier klankresultaat. Een ontspannen klank. De orgelmotor veroorzaakt allerlei turbulenties, die een soepele aanspraak van een pijp in de weg kunnen staan. N70_3663

Een stralend middelpunt . . .

Nu alle lijstwerk aangebracht, en de kas afgewerkt is wordt het instrument nog een paar maal flink onder handen genomen. Daarna staat hij er stralend bij, middelpunt van de belangstelling. De kas wordt afgewerkt met drie lagen olie. Een beschermende laag maar ook een contrastrijke laag. De fraaie nerven, soms wat gewolkt, komen nog expressiever naar voren. Op verzoek van de eigenaar is in de deksel een klep aangebracht. Op die manier is de geluidsterkte aan te passen. Het toegepaste lijstwerk is minimaal uitspringend. Een uitdaging om dan de verstekken te maken. Soms maar een paar mm breed. Op de deksel wordt nog een attiek gemaakt. Attiek . . . ? Een beetje oneerbiedig gezegd: een hekwerkje. Wikipedia omschrijft dat als volgt, “Een attiek is een verhoging boven de kroonlijst van een gevel, die vaak het dak aan het oog onttrekt en op zijn beurt weer ter versiering is aangebracht.” Je komt het naast gevels ook tegen op meubels uit die tijd. Zo worden de laatste accenten toegevoegd en gaan we langzaam op de ingebruikname af.  Hetzelfde idee als kinderen die op kamers gaan. Je mist hun aanwezigheid maar je weet ook dat ze een goed onderdak hebben gekregen.

N70_9668N70_9709N70_9780N70_9715N70_9724N70_9737

Hij staat er wat stilletjes bij . . . .

Als ik binnenkom is Rini bezig om uitsparingen in de lijsten te maken. Het bureau orgel staat er wat stilletjes in de hoek bij. Helemaal leeggehaald. Al zijn “organen” liggen opgeslagen in een andere ruimte van de orgelmakerij. De kas is helemaal kaal geschraapt en staat te wachten tot de laatste “versierselen” zijn aangebracht. Pas daarna krijgt het een weldadig oliebad en wordt het binnenste weer helemaal gevuld. De lijsten, waaraan gewerkt wordt, zijn onderdeel van de uitneembare zijpanelen. Op het meubel zijn de voet- en de middenlijst is aangebracht evenals een eenvoudig versiering op de zij-stijlen. Als dat klaar is worden de lijsten rond het deksel aangebracht en wordt het afgewerkt met een attiek. Zeg maar een uitgezaagd “hekje”.  Na de oliebehandeling worden de bakstukken uitgesneden en kan de opbouw van het binnenwerk weer plaats vinden. Alles aan het zicht onttrokken door het fraaie gesneden paneeltje.

N70_6202
N70_6169_rN70_6173_rN70_6208_r

Een sjaal om?

Nee zo gek is het niet, je hoeft geen sjaal om. Hoewel bij sommige pijpen lijkt dat wel zo. Daar waar de pijpen verkropt zijn en onder een hoek van 45 graden weer verlijmd zijn is een laagje dun leer geplakt. Het zorgt er voor dat de pijp daar niet kan gaan lekken, want een lek in de pijp geeft geen, of een slechte toon. Alle open pijpen zijn voorzien van een stemklep van orgelmetaal. Inmiddels is ook eindintonatie gedaan. De orgelmaker gaat nu beginnen met de definitieve afwerking van de kas. Dan komt ook het snijwerk, wat er nu al prachtig uitziet, volledig tot zijn recht. Omgeven door het donkere notenhout, en voorzien van een donker doek erachter. Voordat alle pijpen er weer uitgaan heb ik het nog even bespeeld. Een evenwichtige klank, die mooie dragende Holpijp, de heldere fluiten en die melancholieke Traverso . . . . voorlopig blijft het stil in de werkplaats tot de ingebruikname.

N70_4612N70_4580N70_4636N70_4644

Er is geen plaats meer . . . . .

op de lade. Met andere woorden, alle pijpen voor het orgel zijn gemaakt. Totaal 275 stuks. Geen imponerende hoeveelheid maar hoe vaak zouden ze niet in de handen zijn genomen voordat het orgel bij zijn eigenaar staat te schitteren. Ze worden nu weer één voor één uit de kast gehaald. Er staat hen nog eind intonatie te wachten. Pas dan worden de voorslagen definitief bevestigd. De open pijpen krijgen ook allemaal nog een stemlap van orgelmetaal.  Als alle pijpen uit het orgel zijn gehaald wordt er aan de afwerking van de kas begonnen. Het duurt dus nog even voor ze allemaal weer op de lade staan. De klank is zeer verrassend. De Traverso met een “ruisende” toon evenals zijn voorbeeld de dwarsfluit. De Fluyt 2′ sluit door zijn boventonen naadloos aan op de Quint 3′, in de bas aangevuld met de Holpijp en in de discant de Traverso. DSCN1002N70_3651N70_3657

Onder de duim . . . .

De Fluyt 2′ staat op zijn plaats een laat duidelijk zijn stem horen, van overheersen is geen sprake. Hij geeft een duidelijke kleur in de bas. Zoals al eerder opgemerkt staat hij onder het klavier, direct achter de stekers. De ruimte op de lade tussen de Fluyt 2′ en de Octaaf 2′ is voor de Quintfluyt 3′. Een deel van het eikenhouten pijpwerk is al klaar. Het einde van het pijpen maken is in zicht. Daarna is er nog de nodige tijd nodig voor de eind intonatie en o.a. het aanbrengen van de stemlappen. Als het pijpwerk helemaal klaar is komt het afwerken van de kas. Ook nog een flinke klus.

N70_1016

N70_0991

N70_1011N70_1095

Bukken . . . .

Op onderstaande foto zijn de zijwanden van de Ocaaf met de kern verlijmd. Voor- en achterwanden zijn op maat gezaagd en liggen daaronder. Op dit moment staat de bas van de Octaaf 2′ op de windlade. In grote lijnen is het pijpwerk geïntoneerd. Als al het pijpwerk klaar is en op de windlade staat wordt de eind intonatie gedaan. Er moet dus nog gewacht worden op het uiteindelijke klankbeeld. De pijpen van de Fluyt 2′ krijgen een plaats helemaal voor op de windlade. Omdat het klavier daar boven ligt is de ruimte beperkt. De grootste pijpen moeten dus “bukken”. In de orgelbouw komt dat wel vaker voor, de pijpen worden verkropt. De laagste tonen krijgen zelfs een dubbele verkropping.
N70_8463
N70_0226
N70_0213
N70_0207